Never, nooit!
Aandacht voor gedragsverandering bij werknemers en leaserijders wordt wat haar betreft onderschat. Een ander mobiliteitsbeleid, bijvoorbeeld als er een mobiliteitsbudget of deelauto’s worden ingevoerd, leidt altijd tot reacties op de werkvloer. Groag: “Grofweg kan je vier groepen definiëren: werknemers die uitroepen: eindelijk! Dan een groep die het interessant vindt en het wil uitproberen, dan de groep die de hakken in het zand zet (never, nooit!) vervolgens de kilometervreters voor wie de zakenauto een must is. Die laatste groep uitgezonderd, stel ik altijd: echte vrijheid is keuzevrijheid! Voor mij is bijvoorbeeld géén auto hebben vrijheid. Ik heb immers 50.000 deelauto’s van waaruit ik kan kiezen. En natuurlijk de e-bike en OV. Overigens hoeft die weerstand bij veranderingen niet alleen bij het leasevolk vandaan te komen. Er kan ook interne weerstand zijn, bijvoorbeeld bij de afdeling Finance en OR. Groag kreeg daarover na afloop veel vragen van de verzamelde mobiliteitsmanagers in de zaal. Het blijkt een onderwerp dat leeft.
Dat een nieuw, modern mobiliteitsbeleid geen eenheidsworst mag worden, moge duidelijk zijn. Afhankelijk van de uitgangspunten van het bedrijf (duurzaamheid, vitaliteit, aantrekkelijk werkgeverschap, tekort aan parkeerplaatsen ed) kan een mobiliteitsmanager kiezen voor diverse mogelijkheden. “Bijvoorbeeld een mobiliteitsmenu door de werkgever gefaciliteerd met daarin bijvoorbeeld leaseauto’s, een raamcontract voor private lease, poolauto’s, een e-bike vloot en een carpooloplossing.
Je kan het ook ‘geregeld uitbesteden’ door bijvoorbeeld een mobiliteitskaart te introduceren. Dan zit je wel vast aan het aanbod van de betreffende mobiliteitskaart.